De Barsoi (de “snelle”) kreeg zijn populariteit toen de tsaar van Rusland omstreeks 1850 er enkele exemplaren schonk aan de Britse vorstin Victoria. De Barsoi stamt af van de oosterse windhonden. Eeuwenlang werd de Barsoi (ook wel Barzoi of Borzoi geschreven) door tsaren, grootvorsten en edellieden in Rusland gebruikt voor de wolvenjacht, hoewel ze oorspronkelijk gebruikt werden voor de jacht op gazelles, hazen en vossen. Eind 1800 verschenen de eerste goede exemplaren in Nederland en rond de eeuwwisseling kwam het ras tot grote bloei. Ook tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) waren er vele Barsois in Nederland te vinden, daar vele Belgische en Duitse rasgenoten in ons neutrale land werden ondergebracht.
De Barsoi is een edele en goedaardige hond, welke toch enigszins gereserveerd staat tegenover vreemden. Vanzelfsprekend vereisen ze zeer veel lichaamsbeweging. De Barsoi is tolerant tegenover kinderen, maar is niet erg gesteld op hun wilde spel. Zoals eigenlijk geldt voor ieder ras, ook hier de waarschuwing om nooit kleine kinderen alleen te laten bij de hond.